Voor de geschiedenis van de 1800 ES kunnen we zelfs iets verder terug gaan dan de P1800 en komen dan uit bij de eerste sportwagen van Volvo, de P1900.
De P1900 werd ontwikkeld in 1953 waarbij er slechts 67 gebouwd werden. Een van deze wagens werd ter beschikking gesteld aan de nieuwe directeur van Volvo, Gunnar Engellau, die de rijkwaliteiten dusdanig slecht vond, dat hij opdracht gaf onmiddelijk met de verdere productie te stoppen.
Hij vond nl. dat deze wagen niet voldeed aan de eisen die bij een Volvo hoorden. Momenteel zijn er van de P1900 nog 53 bekend in musea (o.m. Volvomuseum Loosdrecht) en enkele op de weg.
Begin 1957 werd een tweede poging ondernomen in de ontwikkeling van een Volvo sportwagen. In het voetspoor van Volkswagen en andere Europese autofabrikanten besloot Volvo een Italiaans ontwerpbureau in te schakelen.
Volvo benaderde Ghia en Frua voor het maken van een eerste ontwerp. Helmer Petterson, ontwikkelaar van de PV444, kreeg de taak toevertrouwd zich bezig te houden met het beoordelen van de eerste tekeningen van de nieuwe coupé van deze Italiaanse ontwerpers. Zowel Ghia als Frua, kwamen elk met twee ontwerpen.
Petterson, echter, voegde zonder medeweten, een vijfde ontwerp toe in de map, waaruit destijds Volvo-directeur Engellau een keuze moest maken.
Dit vijfde ontwerp was, zonder dat dit ook maar bij iemand bekend was, een ontwerp van Helmer’s zoon, Pelle Petterson.
Uit deze vijf ontwerpen koos Engellau het concept van Pelle Petterson.
Engellau was ‘not amused’, toen bekend werd dat dit een ontwerp was van Helmer’s zoon. Om echter tot een vorm van compromis te komen werd Frua gevraagd het ontwerp van Pelle verder te ontwikkelen tot een prototype en daarbij tevens de jonge tekenaar in de studio’s van Frua tijdelijk op te nemen.